Multidisciplinair centrum voor diagnostiek en begeleiding van hoogbegaafden

Geassocieerde stoornissen

 

- sneller omdat hij/zij vlugger informatie opneemt; maar soms trager omdat hij/zij perfectionistisch is;

- meer opgewonden omdat hij/zij energieker is, maar ook kalmer wanneer het kind zijn/haar aandacht focust op een voor hem/haar interessant onderwerp;

- gevoeliger, aanhankelijker, maar soms ook koeler of onverschillig wanneer hij/zij zich wil beschermen;

- vrijgeviger maar ook spaarzamer;

- toegeeflijker maar ook veeleisender...

Hoe hen helpen?

Om deze kinderen zo veel mogelijk kansen tot zelfontplooiing te bieden is het belangrijk dat:

- men hun eigenheden zo vroeg mogelijk ontdekt;

- men hen helpt hun eigen functioneren te begrijpen en ook hoe men op school dient te functioneren, en dat al vanaf de kleuterschool. Men hoeft niet van het kind te  vragen dat het zijn eigen denkmethoden opgeeft, maar men moet het de mogelijkheid geven een link te leggen tussen zijn denksysteem en dat van de school;

- men hen een duidelijk kader en duidelijke grenzen biedt.

Elk kind is anders, uniek, of het nu hoogbegaafd is of niet. Het is onmogelijk een gemeenschappelijke aanpak te definiëren die voor alle kinderen werkt.

Geassocieerde stoornissen

De eigenschappen van hoogbegaafden kunnen door de omgeving en door psychotherapeuten beschouwd worden als mentale stoornissen, bij gebrek aan informatie over dit facet van hun persoonlijkheid. De meeste mensen weten niet dat wat als normaal beschouwd wordt voor een hoogbegaafde, meestal als neurotisch wordt beschouwd onder de 'normale' populatie, omdat men de uitingen van hoogbegaafd gedrag met de norm vergelijkt. Hoogbegaafd zijn is 'TE' zijn, 'te veel', 'erg', 'extreem' ... alles. Men moet hun eigenschappen daarom met hun referentiepopulatie vergelijken.

Een hoogbegaafd persoon kan moeilijkheden ondervinden in bepaalde banale situaties wanneer die emotioneel geladen zijn, en dat zowel thuis als op school, op het werk of in de maatschappij in het algemeen.

Hoogbegaafde personen krijgen dikwijls een verkeerde diagnostiek vanwege therapeuten die niet opgeleid zijn in de identificatie en behandeling van deze cliënten met complexe en gesofisticeerde ontwikkelingseigenschappen.

De therapeutische diagnose vermeldt vaak verkeerdelijk persoonlijkheidsstoornissen of aandachtsproblemen. Manisch depressief of bipolair, cyclothymie, narcistisch, borderline, AD(H)D, zijn termen die dikwijls gebruikt worden ter omschrijving van deze 'positieve desintegratiefasen'.

Deze diagnostische fouten kunnen zware gevolgen hebben, zowel op psychologisch als fysiek vlak. Dit kan gaan tot behandelingen die invaliderend werken, omdat ze gericht zijn op het 'normaliseren' van het complexe innerlijk functioneren van de hoogbegaafde persoon. Wanneer men aan een hoogbegaafde verkeerdelijk medicatie voorschrijft om de 'symptomen van hoogbegaafdheid' te elimineren, is het risico groot dat deze prachtige innerlijke gedachtenstorm geneutraliseerd wordt. Hierdoor kan het potentieel tot het leiden van een rijk en gevuld leven ontnomen worden.

Voor een hoogbegaafde volwassene is een innerlijk conflict eerder een teken van ontwikkeling dan van degeneratie, omdat het leidt tot het vervangen van een denkwijze door een andere van een hoger ontwikkelingsniveau. Dit soort van positieve desintegratie wordt gekenmerkt door een verhoogde innerlijke spanning tot wat hij/zij is en zou kunnen zijn.

Deze dynamische spanning beweegt het complexe innerlijk leven van deze creatieve persoon en levert de mogelijkheden tot groei en ontwikkeling. Alle specialisten die met hoogbegaafden te maken krijgen moeten kennis hebben van deze innerlijke processen van persoonlijke ontwikkeling indien ze geen grotere psychologische schade willen berokkenen.

Volgens klinische observatie kan men vaststellen dat hoogbegaafdheid niet systematisch kan gelinkt worden aan psychopathologische stoornissen. Maar men stelt wel een verhoogd percentage psychopathologieën vast in een hoogbegaafde populatie, en deze is gecorreleerd met het IQ-cijfer. Hoe hoger het IQ, hoe meer men een verlaging van het zelfbeeld opmerkt. Dit laag zelfbeeld is echter wel coherent wanneer men de extreme opmerkzaamheid en overgevoeligheid bij hoogbegaafden in beschouwing neemt.

De frequente neurosen, die ook dieper zijn, zouden parallel met de overstimuleerbaarheid moeten bekeken worden. Deze overstimuleerbaarheid ontwikkelt zich proportioneel tot het IQ. Angst en agressiviteit zouden een verdubbeling kennen in een hoogbegaafde populatie t.o.v. een 'normale' populatie. Somatisering zou in een hoogbegaafde populatie sterk verhoogd zijn.

Het functioneren van de hersenen zou ook een verhoogde activiteit met zich meebrengen tijdens de paradoxale slaap. Dit kan volgende problemen met zich meebrengen: insomnie, parasomnie, maar ook een slechte slaapkwaliteit.

Stoornissen die gelinkt kunnen zijn aan hoogbegaafdheid

- Psychomotorische instabiliteit
- Internalisering
- Zelfmoordneigingen
- Slaapstoornissen
- Humeurschommelingen
- Eetproblemen / eetlustproblemen
- Intellectuele inhibitie
- Sociale dyssynchronie
- Intellectuele dyssynchronie
- Interne dyssynchronie
- Affectieve moeilijkheden
- Moeilijke sociale en familiale relaties

Laten we niet uit het oog verliezen dat deze problemen voortkomen uit de overgevoeligheid.

Depressie bij hoogbegaafden

Bij hoogbegaafden vallen een aantal eigenaardigheden op te merken. Onder andere:

- Het lijden is gelinkt aan het denken. Denken zou gevaar betekenen en zou een sterke angst opwekken, in tegenstelling tot de onverschilligheid die de persoon kan uitstralen.

- De existentiële zoektocht. In vraag stellen, intens zoeken naar de zin van het leven en zich overweldigd voelen. Een hoogbegaafde analyseert het leven constant, op een neutrale en lucide manier.

- Het verlies van intellectueel plezier wanneer het leven geen kans gaf kwaliteiten en potentieel te ontwikkelen.

- Omnipresent schuldgevoel, het gevoel zichzelf als kind en volwassene te verraden.

- Anorexie, gedragsproblemen, teruggetrokkenheid, slapeloosheid.

- Afhaken op school, op het werk.

- Grote therapeutische resistentie. Op medicamenteus vlak, maar ook op psychotherapeutisch vlak wanneer geen rekening gehouden wordt met de hoogbegaafdheid van de cliënt en de psycholoog of psychiater geen voldoende stabiele, sterke persoon is.

- Sluipende chroniciteit van de depressie op volwassen leeftijd. De hoogbegaafde voelt zich gedesillusioneerd, neemt afstand van emoties en gaat op automatische piloot functioneren, zonder levensproject. In de feiten gaat het over een reactie t.o.v. ontevredenheid met zijn/haar omgeving.

- ADHD, waarbij de symptomen zich vooral voordoen op school of wanneer het kind zich verveelt... Laten we niet vergeten dat een kind dat echt AD(H)D heeft dergelijk gedrag constant en in alle situaties vertoont.